Groenekan kent veel beeldbepalende bomen. Het oudste exemplaar is een eik die naar men zegt meer dan 400 jaar oud is. Deze boom dateert waarschijnlijk nog uit de tijd van het landgoed Beuk en Bosch dat gekenmerkt werd door parkaanleg in barokke stijl. Indertijd werd er al gesproken van ‘zwaere opgaende Eyken en Beukeboomen’. In 1775 kocht een rijke Amsterdammer, Abraham Calkoen, Beuk en Bosch samen met het ernaast gelegen landgoed Voordaan. Voortaan zou het hele gebied de naam Voordaan hebben. Calkoen liet in het bestaande park een nieuw park aanleggen in Frans-classicistische stijl waarbij ook allerlei andere soorten bomen als essen, sparren, linden, kastanjes etc. werden aangeplant. De strenge classicistische stijl paste goed bij het patroon van lange rechte lijnen dat ooit door de ontginningen was ontstaan. Van de oudste bomen zijn er maar heel weinig overgebleven omdat ze door de opeenvolgende eigenaren verkocht werden. Tegelijk was er in het parkbos ook steeds weer nieuwe aanplant.
Rond 1850 kwam Voordaan in handen van de familie Grothe en volgden er aanpassingen aan de noordkant van het landgoed in de Engelse landschapsstijl. Ook de tuin rond het landhuis werd aangepakt. Zo werden er –karakteristiek voor die tijd- vooral beuken neergezet. Dat de familie Grothe daarbij een wat romantische benadering van wat een bos moest zijn hanteerde, is nog steeds te zien aan hun invloed op bos Voordaan: hier en daar lijken de hoge beuken op zuilen die het gewelf van een kathedraal dragen. Dat effect wordt nog versterkt doordat er door het dichte bladerdak van de beuken relatief weinig ondergroei ontstaat zodat je diep het bos kunt inkijken.
In 1924 werd het landgoed Voordaan verkocht aan een projectontwikkelaar. Het geheel werd in 42 kavels verdeeld, waaronder ook delen van het bos voor houtkap en daardoor verdween er veel bos. Het deel van het parkbos dat gespaard – en er nog steeds is- werd in 1929 opgekocht door de gemeente Maartensdijk, samen met het bos en de vijver bij de Grothelaan plus het kleine bosje tussen Vijverlaan en Kastanjelaan. De gemeente deed dit om het natuurschoon en de cultuurhistorische waarde te beschermen en te behouden. Maar in de loop van de tijd veranderden de ideeën en inzichten ten aanzien van bosbeheer: men wilde een natuurlijker bos met meer planten en struiken onder de bomen. Daarvoor was licht nodig en werd besloten om een aantal van de oude beuken om te kappen.
(Bronnen: Welgelegen. Biografie van een Copijnhuis; L. Copijn-Schukking en M. Laméris, 2011. Orkanen over Voordaan. Geschiedenis van een landgoed; W. van Schaik, 2006. )
Over de auteur